Vitruvius
Het was Vitruvius die in ongeveer 25 BC in zijn "De architectura" de volgende definitie gaf van de kwaliteiten van een architect: "Een architect moet ingenieus, en vlug zijn in het verkrijgen van kennis. Ontoereikend in welke ook van deze kwaliteiten, hij kan niet een perfecte meester zijn. Hij moet een goede schrijver zijn, een bekwaam tekenaar, bedreven in de meetkunde en optiek, expert in de wiskunde, bekend met de geschiedenis, onderlegd in de grondbeginsels van de filosofie, iets hebben van een musicus, bekend zijn met de wetenschap van de rechtspraak en het menselijk lichaam evenals de sterrenkunde en astronomie."
Vertaald naar de huidige tijd. Een (IT-)architect moet:
- constant bijblijven in zijn vak en kritisch ontwikkelingen volgen
- goed kunnen luisteren, formuleren en visualiseren,
- gevoel voor stereometrie en ruimtelijke verhoudingen hebben,
- gevoel voor maat, orde en harmonie hebben,
- gevoel tonen voor factoren die het menselijk welzijn beïnvloeden,
- bekend zijn met de trends uit de geschiedenis,
- bekend zijn met de relevante maatschappelijke en wettelijke vereisten
- kunnen relativeren als een filosoof,
- als leider kunnen en willen optreden, weten wanneer er gehandeld moet worden en het ook doen
Dus een beetje Plato, veel Archimedes en op het juiste moment Sun Tzu.